CLIC ‘Er liggen veel kansen in de overgang naar zero emissie, maar samenwerking is essentieel.’

De ‘campuskracht’ van CLIC: Maatwerk dat meebeweegt

Bij de Bluekens Groep houdt Bluekens EV zich al zo’n 16 jaar bezig met het uitrollen van emissievrij vervoer bij een groot aantal verschillende klanten. General manager Gert-Jan Jonker is medeverantwoordelijk voor de doorontwikkeling van het groeiende bedrijf. ‘Er liggen veel kansen in de overgang naar zero emissie, maar samenwerking is essentieel.’

Bluekens werkte jaren geleden al samen als kennispartner met VDL en de Technische Hochschule Zwickau, bij het ontwikkelen van elektrische bussen en het ontwikkelen van elektrische vrachtwagens. Ook DHL Nederland kwam Bluekens op het spoor nadat de ambitie was vastgelegd om in 2030 met een zero emissievloot te gaan rijden. Bluekens beheert nu die zogenaamde EV-vloot.

Waarom is samenhang zo belangrijk?

“14 jaar lang hebben we werkelijk geen cent verdiend en alleen geïnvesteerd”, vertelt Gert-Jan Jonker. Hij houdt zich naast het begeleiden van klanten bezig met projecten zoals CLIC. “We geven vrijblijvend advies en helpen met het implementeren van zero emissievervoer en meestal bij grotere partijen ook met het fleetmanagement.”

Is het haalbaar voor de meeste bedrijven om binnenkort zero emissie te rijden, zoals aangegeven in de nieuwe wet- en regelgeving?

“Het grootste pijnpunt vind ik persoonlijk een inconsistent beleid vanuit de centrale overheid. Subsidieregelingen komen op en verdwijnen, er zijn nu veel verschillende regels voor verschillende type voertuigen en ze veranderen van tijd tot tijd. Dat maakt het lastig voor MKB-bedrijven die niet veel speling hebben en hun investeringen willen spreiden over de komende jaren. Wij lopen er ook tegenaan dat adviesrapporten door consultants niet toekomstbestendig zijn, maar te veel gericht op het hier en nu. Om die toekomst inzichtelijk te maken moet je de materie heel goed snappen.”

Heeft daarmee een samenwerkingsvorm als een witte vloot de toekomst?

“Zeker voor een deel. Bedrijven willen gemak in gebruik, een pay by use model. Veel bedrijven gebruiken hun volledige vloot niet dagelijks of hebben geen maximale lading tijdens een rit. Zeker voor hen is er behoefte aan zo’n witte vloot.”

Is het moeilijk zo’n nieuw concept in de praktijk te brengen, terwijl een cityport als CLIC nog niet operationeel is?

“Er bestaan bij mijn weten nog bijna geen praktijkvoorbeelden, ook om die reden. In Duitsland deelt Amazon zijn voertuigen op een aantal locaties met andere dienstverleners, omdat de vloot nog niet volledig wordt gebruikt. UTZ maakt daar ook gebruik van de voertuigen. De ontwikkeling van deelmobiliteit zoals je die ook bij personenauto’s ziet is dus in gang gezet, maar het bedrijfsleven heeft daarbij wel te maken met een aantal grote uitdagingen. Voor servicemonteurs en bouwbedrijven is het even overladen van materiaal bovendien niet altijd efficiënt.”

Hoe zou je dat aanpakken?

Allereerst moet een gebruiker zoals een servicemonteur de mogelijkheid hebben zijn busje snel te kunnen bereiken. Dat kan met een goed bereikbaar centraal wagenpark. Wanneer hij de weg op gaat met de EV rijdt hij door een voertuigscanner, die een momentopname maakt van de status van het voertuig en stelt binnen een paar seconde vast of er geen schade aan het voertuig is. Daarna kan de monteur gewoon zijn werk doen. De grootste uitdaging is de 24/7 servicemonteur. Die kan uit zijn bed worden gebeld voor een spoedklus en wil dan niet eerst naar een wagenpark toe moeten rijden en zo tijd verliezen. We werken nu aan een oplossing die het ook belastingtechnisch mogelijk maakt dat hij zijn EV-voertuig thuis voor de deur kan opladen. Een tweede meter thuis zou een oplossing kunnen bieden, maar ook dan zijn staan er nog vragen open. Ik verwacht dat we eind dit jaar wel weten of we daar een goede oplossing voor kunnen vinden.”

Voor welke sectoren is zo’n witte EV-vloot op een centrale locatie aantrekkelijk?

“Naast servicelogistiek zou het zich lenen voor foodbedrijven die horeca beleveren. Ook in de bouw en voor pakketbezorgers in de buurt van een overslagpunt is het een goed model. Je hebt vaak ook met een minimale capaciteit te maken om een investering in een witte vloot rendabel te maken. Dat betekent al snel 200-300 voertuigen en in de regio Amsterdam 600-700 voertuigen.”

Hoe verwacht je dat ondanks de haken en ogen de populariteit van zero emissie vervoer zich gaat ontwikkelen in de komende jaren?

“Veel grote bedrijven hebben los van de nieuwe wetgeving een duurzaamheidsbeleid, bijvoorbeeld met het doel om voor 2030 alleen nog maar emissievrij de weg op te gaan. Dat zijn vaak online supermarkten of pakketjesbezorgers die de investering makkelijk kunnen dragen. In het mkb wordt het spannender. Deze bedrijven zijn zoekende waar ze kunnen investeren. ZZP’ers zijn de moeilijkste doelgroep. Zij zouden het dubbele moeten betalen voor een elektrisch voertuig, ten opzichte van een dieselbus. Het is een uitdaging om daar een oplossing voor te vinden. Een heldere wet- en regelgeving, op z’n minst voor de komende vijf jaar, zou heel erg helpen. Dan kan een ondernemer beginnen met het inplannen van investeringen. Subsidie helpt altijd, maar is niet doorslaggevend. Fiscaliteit is wel belangrijk.”

Welke rol kan samenwerking daarin spelen?

“Bedrijven, ook concurrenten van elkaar, zoeken nu steeds meer de samenwerking. Zo kunnen ze in de efficiency besparen. Daarnaast komen bedrijven op die manier eerder in aanmerking voor een DKTI-subsidie. Wanneer ze kunnen laten zien een project te hebben gerealiseerd met een fixe CO2 besparing, bijvoorbeeld door over te stappen op een zero emissiewagenpark, kom je in aanmerking voor forse subsidies. Voor de schaalgrootte van een rendabel wagenpark moet je wel de samenwerking aangaan.”

Is er veel goodwill bij bedrijven, op dit gebied?

“Een partij als IKEA, die geen eigen wagenpark heeft, legt doorgaans veel verantwoordelijkheid bij vervoerders, maar ondersteunt ze wel financieel bij een overstap op emissievrij. IKEA heeft de ambitie om in Amsterdam eind van het jaar emissievrij te rijden, snapt dat dit een grote opgave is en geeft daarom extra opslag per rit wanneer vervoerders die stap maken. IKEA financiert dus een deel van de transitie. We hebben ook een samenwerking met DPD, die dieseltrucks wilde vervangen met elektrische trucks. Het prijsverschil bleek schrikbarend hoog. Van onder de 100.000 euro voor een dieseltruck naar bijna 350.000 euro voor een elektrisch voertuig. Dat gat krijg je puur op het voertuig niet dicht gerekend, maar we zijn wel heel dicht in de buurt gekomen dankzij de flexibele houding van DPD richting zijn partners op financieel gebied. Als men elkaar ondersteunt is er veel mogelijk.”

Hoe zie je CLIC in het licht van goede samenwerking?

“Ik zie CLIC met buitengewoon veel interesse tegemoet. Welke rol we precies gaan spelen weet ik nog niet, maar de gesprekken die we nu al hebben binnen ontwerpsessies over verduurzaming, met verschillende partijen, geeft veel energie. Elke keer ga ik met een beetje meer kennis terug naar huis. We weten elkaar te vinden vanuit andere delen van onze sector. Zo blijken Van Vliet en Bluekens EV elkaar goed te kunnen aanvullen, met betere oplossingen voor onze klanten als gevolg. Ik vind CLIC nu al super waardevol.”

Welk advies zou je een bedrijf geven dat morgen wil overstappen op een emissievrij wagenpark?

“Dat bestaat uit een aantal delen. Allereerst lopen we met z’n allen tegen een aantal belemmeringen aan, maar zitten we realistisch en optimistisch in de wedstrijd. Onlangs belde een vervoersbedrijf van een grote supermarkt me op om een afspraak te maken, samen met vier directieleden, omdat de materie te ingewikkeld was om door te vertalen, maar de directie wel ambitieuze doelen had gesteld. Hier bleek maar eens dat veel bedrijven een ambitie hebben, maar je natuurlijk niet van de een op de andere dag kunt overstappen op emissievrij.”

Waar liggen de kansen?

“Er zijn volop kansen. Wil je het goed en snel doen, moet je de samenwerking opzoeken. Als je daar met een tunnelvisie ingaat en je wil geen data delen en transparant zijn naar elkaar, gaat het niet lukken, ben ik bang. Uiteindelijk kun je het alleen op basis van vertrouwen met elkaar en als dat lukt is het ontzettend gaaf om mee te maken.”

Waarom moet dat?

“Onze 360 graden aanpak biedt klanten voertuigen, fleetmanagement en energie en laadinfra. Er zijn klanten die aan het begin van het gesprek wel efficiency willen, maar hun data niet willen delen. Hoe zouden wij dan nog kunnen helpen? We kunnen onze klanten alleen helpen efficiënter te zijn wanneer we dieper in hun organisatie zitten, in goed vertrouwen natuurlijk. Dan lukt het te ontzorgen. Er zijn bedrijven die er 100 procent voor gaan, maar de kleinere bedrijven zijn daar vaak wat huiverig voor en dat levert goede gesprekken op.”

Welke indruk heeft maakt Nederland op jou, in de overgang naar zero emissie?

“In Nederland is de innovatiekracht enorm. Ik heb voor een automotive multinational gwerkt en kwam er toen achter dat ze veelal pilots in Nederland uitvoerden. Ons land is klein, de infrastructuur complex, alle vervoersstromen komen er samen, grote haven Europoort en grote luchthaven Schiphol liggen dicht bij elkaar, de wetgeving is ingewikkeld en het land is dichtbevolkt. Als een project in Nederland slaagt, kun je het ook in de rest van Europa uitrollen.

Geïnteresseerd?
Ben altijd als eerste op de hoogte van de laatste ontwikkelingen van CLIC en schrijf in op onze nieuwsbrief