Samen zijn we veel slimmer
TSN Groen rijdt met 60 elektrische voertuigen vanaf vier hubs in Nederland en levert aan consumenten voor grote en kleinere retailbedrijven . Directeur Andries Vlot ziet een werkend businessmodel in zero-emissielogistiek en heeft zich aangesloten bij CLIC. Vlot: ‘Het liefst zie ik alle gemeenten emissievrij worden voor 2025.’
Andries Vlot is geboren in een familie van distributeurs en verhuizers. Zijn vader en opa leverden dat soort services al aan consumenten sinds 1898. Vlot begon 23 jaar geleden in Nieuwegein voor zichzelf en verhuisde naar een uitermate groene locatie in Houten, in 2019.
Vanaf een terrein waar ook bijenkassen en compostbakken met wormen staan, werkt hij dagelijks aan de logistiek van morgen. TSN Groen levert voor zijn zakelijke klanten grote goederen aan consumenten, zoals kasten, banken en tuinmeubelen. Ook vervoert het bedrijf voorraad voor klanten, met ontvangst, controle, orderpicking, montage, afrekenen en nog veel meer. Vanaf de locaties in Houten, Bleiswijk, Drachten en Rijen wordt elektrisch gereden, binnen de huidige actieradius van de auto’s, zo’n 120 kilometer. Bij TSN werken op dagbasis 300 mensen en het bedrijf levert gemiddeld tussen de 30.000 en de 40.000 bestellingen per maand.
Komt die slechte planning voort uit gebrek aan samenwerking?
“Elk bedrijf heeft zijn eigen planning en voert die uit, zoals we dat lang gewend waren. In de pakketsector is de concurrentie bovendien moordend. Ik verwacht daar vanzelf geen samenwerking. Maar iedereen die weet dat het anders moet, kan straks wel gebruik maken van de diensten van CLIC en werkt zo uiteindelijk alsnog samen. In Houten loopt voor ons een testpilot waarbij leveranciers naar onze hub toe komen en hun stromen door ons worden gebundeld. Het systeem werkt het best met een landelijk dekkend netwerk. We participeren in CLIC omdat ik geloof in dat systeem van samenwerking.”
Hoe regel je dat als verschillende soorten goederen ook moeten worden gemonteerd? Met een breed opgeleide chauffeur-monteur?
“We willen toe naar een model waarbij je het transport en de montage loskoppelt. Dan kan de chauffeur leveren en de monteur van een specifieke leverancier of webwinkel kort daarna zijn of haar werk doen, reizend met de bakfiets of lopend met zijn koffer. Alle spullen zijn dan toe- en afgevoerd en de monteur is niet meer afhankelijk van parkeerruimte en verstopte autowegen. Retailers zouden zelfs een overslagpunt kunnen reserveren en goederen daar opslaan, zodat de veel bestelde producten veel sneller aan een klant worden geleverd.”
Waar loop je nu al tegenaan in dat proces?
“Gemeenten zijn nog wat passief. Het duurt erg lang om zaken geregeld te krijgen, terwijl je de gemeenten achter je moet hebben bij dit soort innovaties. Als we dit willen, moet het breed worden gestimuleerd. Uiteindelijk wordt de consument daar ook beter van. We kunnen zelfs de communicatie overnemen vanaf een plek als CLIC en met de consument de beste tijd afspreken. Dat geeft een hoger serviceniveau, dat bijvoorbeeld pakketdiensten van nu niet kunnen leveren.”
Is de nieuwe wetgeving naar zero-emissiesteden een uitdaging?
“Het liefste zou ik willen dat alle Nederlandse gemeenten van 2025 emissievrij worden. Dat zal voor de meeste een brug te ver zijn. Toch denk ik dat je in drie jaar tijd heel veel kunt doen.”
Kan het zijn dat wie wat verder is in dat proces ook minder opziet tegen de nieuwe wetgeving?
“Ik stimuleer juist die ontwikkeling. Het kan me niet snel genoeg gaan, maar zie ook dat anderen moeite hebben hetzelfde te doen.”
Wanneer kwam het moment dat je zelf die omslag wilde maken?
“Op 1 januari 2020 heb ik het handen en voeten gegeven en doorgevoerd binnen het bedrijf. Inmiddels hebben we 60 elektrische voertuigen. Het is natuurlijk ook een zakelijke keuze geweest, want het is het model van de toekomst en daar wil ik naartoe. Ik moest eerst wachten op elektrische productievoertuigen, omdat deze veel goedkoper zijn dan per stuk omgebouwde brandstofvoertuigen. Dan is de aanschafprijs van een elektrisch voertuig wel 15 procent hoger dan dat van een dieselvoertuig, maar de exploitatie is goedkoper. Onderaan de streep hoeft het kostengedeelte echt geen deal breaker te zijn.”
Hoe denk je daar persoonlijk over?
“Ik was op weg 50 jaar te worden en dacht na over wat ik wilde achterlaten in de wereld. Ik leef vanuit de overtuiging dat het niet lukt zoals we het nu doen. Wanneer je dat nu weet, weet je ook dat doorgaan niet haalbaar is. Ik ben gaan kijken wat ikzelf kan betekenen. Met de logistiek van TSN Groen heb ik de invloed om zaken te veranderen in een breed speelveld. Eén van mijn klanten heeft bijvoorbeeld een potentiële CO2-besparing van 1,7 miljoen ton per jaar en ik heb er 42. Wat we doen, onder andere met CLIC, zet dus wel degelijk zoden aan de dijk.”
En CLIC?
“Op CLIC kan worden gefaciliteerd en verzameld. Goederenstromen kunnen er heel goed worden gecombineerd. Dat kan perfect in de voertuigen die we al hebben en dat zal alleen maar beter worden. Vanaf CLIC kunnen we misschien wel op een kwartier nauwkeurig bepalen wanneer iets wordt afgeleverd en de klant zo veel beter inlichten. Zeker als je een aantal partijen met hun business en expertise bij elkaar kunt brengen, zoals op CLIC is gelukt, heb je ook de volumes die nodig zijn om dit vorm te geven. Belangrijker nog: je brengt elkaar op ideeën, dankzij die samenwerking. Ik geloof dan ook heilig in samenwerking. We kunnen samen veel slimmere dingen doen en een beter model krijgen.”
Dat staat haaks op het oude concurrentie-idee. Is het niet ook riskant met concurrenten samen te werken?
“De ondernemers die hierin geloven stappen in, dat is het leuke. De mensen die moeite hebben met dit soort innovaties komen er later achter dat hun model niet meer houdbaar is. De slimmeriken komen bovendrijven en juist de conventionele bedrijven zitten straks met de rekening. Je kunt je als organisatie dus beter afvragen hoe lang je eigen model nog levensvatbaar is.”
Het lijkt alsof de keuze dan voor de hand ligt.
“De samenwerking op CLIC, met meerdere partijen, zorgt ervoor dat we meteen al goederenstromen kunnen inzetten en zaken kunnen doen. Dat maakt een heel verschil. Met een collectief kun je over de breedte, van food tot installatie tot meubels, oplossingen aandragen.
Als zelfstandig bedrijf is dat vrijwel onmogelijk. Dan draait en loopt het al. Wie wil aansluiten kan meteen zien dat het werkt. Niet alleen bedrijven met grote stromen, maar ook leveranciers met een paar stops zijn straks voordeliger uit.”