De buitenruimte van CLIC: een uitnodiging elkaar te ontmoeten
Atelier voor landschap, stedenbouw en architectuur LOOSvanVLIET geeft de buitenruimte op CLIC zo vorm dat de ontmoeting centraal staat. Het landschap op CLIC, materiaalkeuze, looproutes en centrale plekken vervullen een cruciale rol. Landschapsarchitect Martine van Vliet: ‘Maatwerk is tot en met de laatste fase mogelijk.’
Wie het werk van Loos Van Vliet wil zien kan heel de wereld over reizen, naar Shenyang bijvoorbeeld, waar het met de realisatie van een groot park een aantal echte eyecatchers in de buitenruimte heeft gerealiseerd. Dichterbij huis ontwerpt Loos van Vliet de steeds veranderende omgeving van de Wageningen Universiteit. De inrichting van de buitenruimte op CLIC is een verhaal apart, volgens mede-eigenaar Martine van Vliet. “We letten op de wensen van de community: wat kan die gaan doen in de buitenruimte en hoe ziet het eruit? Daarnaast is duurzaamheid heel belangrijk. Bij iedere keuze die we maken zijn duurzame varianten mogelijk en moeten we de juiste afweging maken.”
Park, plein, foodtrucks en sport
Van Vliet pakt de plattegrond van CLIC erbij en wijst een aantal belangrijke plekken aan. “De twee publieke ‘ankers’ bevinden zich aan de uiterste oost- en de westkanten. Daar komen de meeste mensen samen om elkaar te ontmoeten, te eten en te drinken. De oostzijde krijgt de meeste werkplekken. Het wordt een ruimtelijke parkachtige plek, met een centraal plein, foodtrucks en sportvoorzieningen.”
In het ontwerp is al te zien hoe CLIC naadloos overloopt in ‘Het Lint’ van Badhoevedorp, het nieuwe parkachtige gebied dat is ontstaan na de omlegging van de snelweg. “Het Lint wordt een langzame verkeersroute voor voetgangers en fietsers, van ongeveer vier kilometer lang. Op die route biedt ook CLIC bezoekers en recreanten voorzieningen. Ze kunnen niet alleen wandelen in de groene buitenruimte, maar ook joggen. De transparante CLIC-kantoren komen aan de Groene Singel te staan, een uitloper van het Lint, met water en groene oevers langs de zijdes. Momenteel bekijken we de mogelijkheid om plekken in te richten voor pingpong en padel. Ontzettend leuk overdag, in het weekend en ’s avonds en het brengt mensen bij elkaar.”
De laatstgenoemde, ‘padel’, komt snel op als laagdrempelige sport in Nederland. Padel lijkt op tennis en squash, maar is minder complex. Twee of tweepaar spelers moeten de bal met een racket over het net zien te slaan, op de helft van de tegenstander. Wie dat lukt zonder dat de bal een wand raakt, krijgt een punt. “Padel is er nog niet in die buurt, maar de behoefte groeit. Op vergelijkbare plekken zien we dat dit soort toegankelijke sportvelden jarenlang trekpleisters blijven vormen voor werknemers, gasten en omwonenden. Het is belangrijk dat we goed luisteren naar wat mensen willen. Zo kan CLIC langere tijd voor levendigheid zorgen in de omgeving.”
Aantrekkelijk voor mens en dier
CLIC faciliteert niet alleen gebruikers en omwonenden. Waar de plek tot een paar jaar terug nog nauwelijks een leefomgeving voor flora en fauna kon zijn, wordt CLIC zo duurzaam mogelijk, ten bate van lokale diersoorten. “We zullen kiezen uit planten die ook luchtzuiverend en aantrekkelijk voor vogels zijn. We houden rekening met het veranderende klimaat en invloed die de planten zelf hebben op het bodem- en waterleven. Ook onderzoeken we welke lokale bedreigde diersoorten kunnen worden ondersteund met de inrichting van CLIC.”
Het groen op CLIC wordt divers. Van Vliet noemt mogelijke boomsoorten als de esdoorn, linde, berk, treurwilg en perenboom, waarvan er verschillende kunnen worden aangeplant. “Het idee van fruitbomen levert ons veel positieve reacties op. Wanneer mensen een ommetje maken zijn ze in de gelegenheid om in het juiste seizoen een appel of peer te plukken en op te eten. Het wordt een omgeving die uitnodigt om naar buiten te gaan. Dankzij de hoeveelheid beplanting is CLIC ook voor vogels aantrekkelijk.” Van Vliet heeft meer voorbeelden: weidebloemen voor bijen, groene gevels langs de S106, verschillende soorten siergras; verschillende mogelijkheden vinden binnenkort een plek binnen het ontwerp. “Maatwerk is tot en met de laatste fase mogelijk.”
Hoge BREEAM-certificering
Dat CLIC duurzaam is toont het onder andere aan met de zogenaamde BREEAM-certificering. CLIC gaat voor een hoge klassering, ten minste Excellent. Daarbij moet ook de buitenruimte aan strenge eisen voldoen. Zo biedt CLIC nestelgelegenheid aan vogels en insecten en komen er vleermuiskasten. Voor mensen is onder andere de padenstructuur zo ingericht om fietsen en lopen te stimuleren. Daarnaast kijken de ontwerpers tot in detail naar de materialen. “Je kunt een amfitheater plaatsen met betonnen zitranden, maar er is tegenwoordig ook een meer plantaardige ‘miscanthus’-variant, die veel lichter en duurzamer is. Je kunt gebruik maken van tegels die stikstof binden. Je kunt ledverlichting ’s nachts dimmen of solarverlichting plaatsen die zichzelf oplaadt. Op ieder niveau kijken we zorgvuldig naar wat er te kiezen valt en of hoe duurzaam het onderhoud is.”
Daarnaast kijken de ontwerpers tot in detail naar de materialen. “Je kunt een amfitheater plaatsen met betonnen zitranden, maar er is tegenwoordig ook een meer plantaardige ‘miscanthus’-variant, die veel lichter en duurzamer is. Je kunt gebruik maken van tegels die stikstof binden. Je kunt ledverlichting ’s nachts dimmen of solarverlichting plaatsen die zichzelf oplaadt. Op ieder niveau kijken we zorgvuldig naar wat er te kiezen valt en of hoe duurzaam het onderhoud is.”
CLIC krijgt volledig operationele en op maat gemaakte hubs, kantoren en bedrijfsruimtes in een aantrekkelijk, groen gebied. “CLIC is niet te vergelijken met een standaard bedrijventerrein, waar lang niet zoveel wordt gedaan om de buitenomgeving aantrekkelijk te maken”, stelt Van Vliet. “CLIC krijgt een hele gezonde werkomgeving, waar je een rondje kunt wandelen, sporten of een appeltje eten. Het is goed om in beweging te komen en op CLIC is die stimulans er. Parkeerplekken en horeca bevinden zich buiten de gebouwen en er is veel ruimte om te sporten. Omdat de centrale plekken zich buiten de gebouwen bevinden en zo aantrekkelijk zijn ontstaat er interactie tussen mensen. Je komt er uit je schulp en ontmoet elkaar. Dat is het leuke ervan. Heel anders dan wanneer je alles binnen je eigen kantoor blijft doen.”