CLIC ‘Hetzelfde doen als vroeger maar dan met elektrische voertuigen is geen duurzame stadslogistiek’

Om de moderne, duurzamere stadslogistiek werkelijkheid te maken, is een gezamenlijke totaaloplossing nodig vanuit zowel overheden als de logistieke sector. Die gaat er niet komen, voorspelt Hans Quak, onderzoeker bij TNO en lector smart cities en logistiek aan de Breda University of Applied Sciences (BUAS). Quak zet zijn geld liever op praktisch onderzoek en innovatie in de sector. “CLIC is daar een ideaal living lab voor.”

Quak, ‘van huis uit bedrijfskundige’, promoveerde in 2007 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het onderwerp stadslogistiek. In zijn promotieonderzoek bestudeerde hij het effect van lokaal beleid op de logistiek in en om steden. “Dat onderwerp blijft razend interessant, maar de reden daarvoor veranderen constant. Momenteel heeft men het in de pers en in de logistieke sector vanwege de aanstaande uitstootvrije zones vooral over emissievrij rijden, maar dat onderwerp is qua onderzoek al redelijk platgetreden. Daarbij is duurzame stadslogistiek veel breder dan alleen emissievrij rijden.”

Last mile-logistiek geëxplodeerd

Volgens Quak heerst er buiten de wetenschap vaak een te simpel beeld van duurzame, emissievrije stadslogistiek. “In de logistieke sector wordt nog te veel gedacht ‘ah, we kopen ons daar gewoon uit door een nieuw wagenpark aan te schaffen’, maar zo eenvoudig is het niet. Daar is héél veel geld voor nodig, en dan hebben we het nog niet eens over de laadinfrastructuur. Het grootste probleem is misschien wel het tekort aan ruimte. Er wonen steeds meer mensen in steden, waar meer woningen moeten worden gebouwd. Er is dus minder ruimte voor logistiek, maar tegelijk is last mile-logistiek in de afgelopen 10 à 15 jaar compleet geëxplodeerd. Daarvoor werd er nog bijna niets thuisbezorgd en nu kun je vrijwel alles aan de deur afgeleverd krijgen.”

“Hetzelfde doen als vroeger maar dan met elektrische voertuigen is in elk geval geen duurzame stadslogistiek. Dat gaat de truc niet doen. Je moet echt naar minder logistieke bewegingen”, aldus Quak. “Er ontstaat daardoor meer ruimte in de steden met een verbetering van de kwaliteit van leven als gevolg.” Is het dan een goed idee om een groot deel van de bezorging aan huis te verplaatsen naar pakketwanden, zoals sommige gemeenten proberen? “Nee, dat is niet echt een optie. Er zou dan vooral in grote steden een enorme hoeveelheid pakketwanden nodig zijn en ook dat is voor die gemeenten niet wenselijk. Misschien dat mobiele pakketkarren een deel van het probleem kunnen oplossen, maar je moet sowieso beseffen dat thuisbezorging van pakketten maar voor een heel klein deel van de logistieke bewegingen zorgt.”

Geen grote stimulans

De bulk van de logistieke bewegingen in steden zit ‘m volgens Quak vooral in wat hij omschrijft als facilitaire logistiek. “Dan moet je denken aan de tuinman, de glazenwasser, de hondenuitlaatservice en aannemersbusjes. Verduurzaming is bij deze ondernemingen meestal wat lastiger omdat het gaat om kleine zelfstandigen, die vaak niet veel kennis van logistiek hebben en geen grote stimulans hebben om het duurzamer aan te pakken.”

Ondernemingen met veel logistieke bewegingen in steden opteren steeds vaker voor Light Electric Vehicles (LEV’s) zoals de elektrische bakfiets, die minder ruimte innemen. Maar ook die ontwikkeling gaat afzonderlijk weinig zoden aan de dijk zetten, redeneert Quak. “LEV’s maken zeker een deel uit van de oplossingen richting een duurzamere stadslogistiek, maar vormen ook een probleem. Voor de bakfiets is op veel fietspaden niet genoeg ruimte. Daarnaast worden fietspaden onveiliger door de toename van het aantal elektrische fietsen, waarmee de snelheidsverschillen op het fietspad veel groter worden. De voor de hand liggende oplossing is om dan de maximumsnelheid op de rijbaan terug te brengen naar 30 kilometer per uur en alle LEV’s naar de rijbaan te sturen.”

Mismatch overheid en markt

Vergt een snelle en complete overgang naar duurzame, emissievrije stadslogistiek dan een mega-ingreep in de vorm van een gezamenlijke totaaloplossing vanuit de overheid en de markt? Quak: “Ja, eigenlijk wel en dat gaat niet gebeuren. Zowel gemeenten als logistieke partijen denken er te simpel over en bovendien is er een grote mismatch tussen het denken van deze typen partijen. De logistieke sector blinkt doorgaans niet uit in plannen op de lange termijn. Men is gespecialiseerd in het plannen van het vervoer van goederen die vandaag hier zijn en morgen ergens anders moeten zijn. Zij denken in bestaande paradigma’s, ook gezien de korte contractduren in die sector.”

“Gemeenten hebben op hun beurt weer heel weinig begrip van logistieke bewegingen. In de bescheiden plek die logistiek hooguit krijgt in mobiliteitsplannen wordt een vrachtwagen dikwijls gewoon als twee personenauto’s ingetekend, terwijl een vrachtwagen hele andere reizen maakt.” Gemeenten klagen volgens Quak vaak dat de logistiek op stadsniveau niet efficiënt genoeg is georganiseerd, terwijl logistieke partijen vinden dat zij hun eigen operaties zo efficiënt mogelijk hebben gepland. “De logistieke partijen nemen de planning van hun branchegenoten namelijk niet in beschouwing bij het maken van hun eigen planning”, aldus Quak.

Geen heilige graal

“Dát is dan ook exact de waarde van het werken met een witte vloot, waarbij allemaal partijen die afhankelijk zijn van logistiek het vervoer en de planning ervan uitbesteden bij één partij die het overzicht heeft. Op CLIC kunnen we gaan zien wat daarvan de effecten zijn en hoe groot die effecten zijn. Dat kunnen we bij de logistiek afvalstromen ook al zien bij het project Open Waste, waarin afvalinzamelaars met een witte vloot zijn gaan werken.” Gevraagd naar wat in het onderzoeksveld rond stadslogistiek als ‘heilige graal’ wordt gezien, moet Quak het antwoord schuldig blijven. “De meest acute grote vraagstukken zijn in elk geval hoe we logistiek in de ruimte integreren, wat er nodig is voor een toereikende laadinfrastructuur en hoe dat dan moet werken, en überhaupt om erachter te komen wat er momenteel eigenlijk in steden gebeurt. Er is eigenlijk geen enkele stad die dat goed weet.”

“Toen ik aan mijn proefschrift werkte, heb ik een literatuuroverzicht gemaakt van publicaties over experimenten met stedelijke distributiecentra, waarvan overigens de meesten mislukten. Ik wilde vooral weten wat de toegevoegde waarde van die dc’s voor stadsdistributie uiteindelijk was en op welke manier. Bij de vraag of en hoe die toegevoegde waarde vertaalbaar was, kwamen vaak de gedragsfactoren naar voren: de projecten die mislukten, deden dat meestal door een gebrek aan echte incentives. Je verandert niet veel als je logistieke partijen van alles laat aanpassen zonder dat die daar iets of heel veel voor terugkrijgen.”

Andere manier van denken, andere drive

Quak ziet in CLIC een ideale proeftuin voor experimenten en onderzoek. “Het campusmodel staat me erg aan. Het is ook een andere manier van denken ten opzichte van wat ik al veel heb gezien. Veel mislukte experimentomgevingen waren niet meer dan een warehouse met een paar dwingende, beperkende maatregelen waarmee dan werd geëxperimenteerd. De partijen die op CLIC komen, komen daar omdat zij het ook echt anders willen doen en omdat zij openstaan voor aanhoudend blijven experimenteren en het delen van kennis. Dan zit er een betere drive achter het onderzoek dan wanneer je sec een vervoerder met een warehouse hebt die meer business wil genereren.”

Wat hoopt Quak op CLIC te gaan onderzoeken? “Ik ben zelf heel benieuwd naar manieren waarop logistieke partijen en datapartijen hun data verknopen. Planning wordt namelijk een cruciaal onderdeel van het efficiënter inrichten en het bundelen van goederenstromen. Daarnaast ben ik heel benieuwd naar de manier waarop de energiepropositie van CLIC in praktijk gaat werken. Ook heel interessant is om te onderzoeken hoe het veranderen van logistieke processen kan bijdragen aan een duurzamere stadslogistiek. Welke activiteiten die nu nog in de stad plaatsvinden kun je bijvoorbeeld naar zo’n campus verplaatsen? Om een voorbeeld te geven uit de servicelogistiek: een groot deel van de assemblage van warmtepompen vindt thuis bij de eindklant plaats. Krijg je een beter servicemodel als je die activiteit verplaatst? Overkoepelend zal op CLIC vaak de vraag zijn: wat gaat wel samen en wat niet?

Meer CLIC’s

Welke impact verwacht Quak van CLIC? Zal de drukte in de stad merkbaar minder worden zodra de campus in gebruik is genomen, of zit de winst ‘m eerder in de innovaties die er ontwikkeld gaan worden? Quak: “Dat is uiteraard een gewetensvraag maar het antwoord ligt best voor de hand: Amsterdam telt zoveel logistieke bewegingen dat zelfs als CLIC geweldig werkt er geen significante afname van het aantal voertuigen in de stad te merken is. Maar áls het zo goed werkt, komen er mogelijk meer CLIC’s in andere steden en voor andere vormen van logistiek. Het grote effect op onze leefomgevingen ga je dan zien.”

Geïnteresseerd?
Ben altijd als eerste op de hoogte van de laatste ontwikkelingen van CLIC en schrijf in op onze nieuwsbrief