CLIC sorteert met batterijsysteem slim voor op de toekomst
Door de energietransitie en de elektrificatie van het wagenpark is de vraag naar grote batterijen groter dan ooit. Volgens Jos Theuns, medeoprichter en CTO van de Helmondse batterijspecialist ATEPS, zijn de mogelijkheden met batterijopslag echter nog veelal onbekend. CLIC sorteert met zijn batterijsysteem in elk geval slim voor op een toekomst waarin leveringszekerheid van energie nog crucialer wordt, aldus Theuns.
Wie het Helmondse adres van ATEPS op Google Streetview opzoekt vermoedt waarschijnlijk niet dat het hier om een serieuze concurrent van de Amerikaanse EV-fabrikant Tesla gaat, maar niets is minder waar. ATEPS, de afkorting voor Advanced Technologies for Energy & Power Systems, timmert sinds 2014 aan de weg van de grootschalige opslagsystemen voor energie en voorziet klanten van zowel toekomstbestendige opslageenheden als gedegen advies.
Na een aantal jaren in onder meer Duitsland en Dubai, Hongkong en Rusland te hebben gewerkt richtte Jos Theuns het bedrijf op bij zijn terugkomst in Nederland. ATEPS heeft bijna al zijn elektronica en software zelf ontwikkeld, waardoor het sneller en verdergaand kan anticiperen op een veranderende markt en klantbehoefte dan bedrijven die afhankelijk zijn van toeleveranciers. Sinds kort maakt ATEPS deel uit van Exide Technologies.
Juiste balans
“Hoewel de markt sinds 2014 enorm in beweging is gekomen, is de technologie niet heel anders dan toen”, vertelt Theuns. “Ik zie heel veel prachtige batterijtechnologieën aan de horizon verschijnen, maar ik zie er vooral heel veel achter liggen die het niet hebben gehaald.” Het probleem is vrij eenvoudig, legt hij uit: wil je snel kunnen laden, dan heb je minder inhoud en wil je een grotere inhoud hebben, dan laad je langzamer. Het vinden van de oplossing, namelijk een juiste balans tussen volume, efficiëntie en een voordelig kostenplaatje, is lastiger.
“Het is erg lastig om een nieuwe soort batterij productierijp te krijgen. Daar zijn investeerders voor nodig, maar de nieuwe technologieën zijn vaak laboratoriumuitspattinkjes die vrij snel weer sneuvelen omdat ze té snel op de markt worden gebracht”, meent Theuns. “In de ontwikkeling gaat gemakkelijk vijf jaar zitten. Dat is niet heel lang, maar voor investeerders wel. Tegen de tijd dat de ontwikkeling echt iets oplevert, zijn die alweer afgehaakt omdat ze ergens weer iets nieuws hebben gezien.” Wat qua batterijsysteem de beste keuze is, blijft afhankelijk van de applicatie waar een klant de batterij voor wil gebruiken en de doelstelling van de klant, aldus Theuns. “In de eerste drie jaar hebben we met ATEPS veel consultancy gedaan, waarbij ik veel klanten heb verteld wat mogelijk en vooral onmogelijk is.”
Lagere energierekening
De grootste misvatting? “We krijgen met de prijsstijgingen in de energiemarkt nu bijvoorbeeld veel vragen van particulieren over mogelijkheden om zonne-energie op te slaan, maar daar win je als partij met een kleine aansluiting maar heel weinig mee. De productie van eigen zonne-energie betaalt zich vooral uit in het salderen met het energieverbruik. Ook zijn we veel tankstations tegengekomen met een kleine netaansluiting die daarmee een flinke snellader wilden plaatsen die drie keer de capaciteit vergde. Als die capaciteit te weinig voorhanden is, dan is de oplossing nog steeds top maar niet geschikt op de locatie.”
Voor grootverbruikers kan een batterij-eenheid heel handig zijn voor peak shaving, waarbij de verbruikspieken worden gecompenseerd met energie uit de batterij om de belasting van het net te verminderen. Zo kan men toe met een kleinere netaansluiting. “Je kunt er ook het gecontracteerd vermogen mee terugbrengen, wat tot een lagere energierekening leidt”, vertelt Theuns. “Hoewel het delen van stroom officieel nog niet mag, zou een gedeeld batterijsysteem op een bedrijventerrein ervoor kunnen zorgen dat er meer bedrijven kunnen zitten. Vijf bedrijven die tegelijkertijd een piekverbruik hebben, kunnen de vestiging van een zesde bedrijf namelijk onmogelijk maken.”
Duurzamer
De meest bruikbare batterij is volgens Theuns nog altijd de lithium-ion-batterij, de huis-tuin-en-keukensoort. Hoewel dat type batterij een niet heel duurzame reputatie heeft, is er bij ATEPS al flink aan gewerkt om het ontwerp duurzamer te maken. “In de winning van lithium is veel duurzaamheidswinst gerealiseerd in de afgelopen jaren”, zegt Theuns. “Die stof kan al uit zeewater worden gewonnen, maar nog niet op een winstgevende manier. Bij de winning van kobalt, een andere belangrijke grondstof, kun je meer vraagtekens plaatsen. Wij eisen van onze leveranciers dat zij zo goed mogelijk rekening houden met het milieu en de arbeidsomstandigheden. Ook gebruiken we er zo weinig mogelijk van.”
Inmiddels zijn bijna alle oude materialen van afgeschreven batterijen te hergebruiken, legt Theuns uit. “Bij sommige varianten is dat ook al kostendekkend. Bij de schoonste variant, die gemaakt wordt van ijzerfosfaat, is dat vooralsnog niet het geval.” ATEPS heeft een zo duurzaam mogelijk product neergezet door de batterijen modulair te ontwerpen. “Dat houdt in dat individuele cellen kunnen worden vervangen en dat de elektronica eromheen niet hoeft te worden vervangen.” De batterijen gaan zo’n tien tot twaalf jaar mee. “Het eerste systeem dat we hebben neergezet in 2014 draait nog steeds probleemloos. De capaciteit is wat afgenomen, maar minder dan we eerder hadden verwacht. Hetzelfde zie je terug in onderzoek naar EV-accu’s. Tesla concludeerde ook al dat hun batterijen langer meegingen dan in de laboratoriumproeven. Dat heeft ermee te maken dat de batterij in de praktijk op een andere manier wordt gebruikt dan bij de laboratoriumtests.”
Investering
De lithium-ion-batterij is ook makkelijk op te schalen, legt Theuns uit. “Tot de maat van een zeecontainer. Zulke megabatterijen heb je bijvoorbeeld nodig voor een distributiecentrum van waaruit de last mile met elektrische voertuigen wordt gereden. De elektriciteitsbehoefte gaat daar veelal in golven, als de wagens uitrijden en als ze weer terugkomen. Er is dus op vaste momenten veel stroom nodig.”
Bij ATEPS hebben ze duidelijk de gevolgen gemerkt toen bekend werd dat Nederlandse gemeenten emissievrije zones moeten gaan invoeren. In de logistieke sector zag Theuns al snel waar de schoen knelt. “Binnenshuis wordt bij de logistiek al veel geëlektrificeerd, bijvoorbeeld de vorkheftrucs. Dat vergt echter wel een bijbehorende infrastructuur die op zijn beurt weer een behoorlijke investering vergt. Veel logistieke bedrijven zijn niet zelf eigenaar van hun pand en zijn afhankelijk van relatief kortlopende huurcontracten. Zij laten de investering zodoende liever over aan hun huisbaas, maar die wil dan op zijn beurt dat de huurders een langdurig huurcontract aangaan, wat zij dan weer niet durven.”
Streepje voor
Dat CLIC met zulke bijbehorende opslaginfrastructuur wordt gerealiseerd, is volgens Theuns wijs. “We zien duidelijk dat ontwikkelaars bij veel distributiecentra de zonne-energieproductie integreren, maar daarbij onvoldoende denken aan opslag, peak shaving of laadinfrastructuur. Dat is begrijpelijk, want hoe hard het nodig is gaat vooral van de huurder afhangen, maar uiteindelijk kom je zo klem te zitten. CLIC heeft hierbij slim voorgesorteerd op de toekomst, waarin de markt wordt gekenmerkt door veel schaarste. Dan heb je als huurder qua concurrentie ook weer een streepje voor.”